Logo Background RSS

» Het wapenschild van Reningelst

    In zitting van 7 mei 1912 werd door het gemeentebestuur een aanvraag ingediend tot het gebruiken van een gemeentezegel, dragende het wapenschild van Odo van Reningelst, oudste bekende leenheer van de heerlijkheid van Reningelst. In zijn motivering verklaarde het schepencollege dat de ambtelijke stukken werden bezegeld met een gewone stempel en dat in bijna al de gemeenten waaar een heerlijkheid had bestaan, de vergunning van het oude wapen bij K.B. werd toegestaan. Op 28 maart 1913 kreeg het gemeentebestuur een schrijven van de arrondissementscommisaris met een verslag van de algemene rijksontvanger. De aanvraag kon niet ingewilligd worden, omdat er geen oude handvesten bestonden die het bewijs leverden dat in de tijd van Odo (rond1040) zo’n blazoen of zegel bestond. Er werd dan ook voorgesteld het zegel te aanvaarden van de familie Bulteel, die in het bezit was van de heerlijkheid van 4 juni 1608 tot 25 april 1836 en waarvan het zegel in gebruik is geweest tot 1790. Kort hierop stuurde het gemeentebestuur een aanvraag aan de Koning, ten einde gemachtigd te zijn om het wapenschild van de familie Bulteel te mogen gebruiken. Het werd toegestaan door Koning Albert I op 21 juni 1923.

    In de toekenningsakte werd het wapenschild als volgt beschreven : “Van zilver, met een band van keel vergezeld van 10 blokjes over hetzelfde geplaatst, drie en twee in het schildhoofd en twee en drie in de schildvoet, het schld getopt met een helm van zilver, getralied, gehalsband en omboord van goud, gevoerd en gehecht aan lazuren, met wrang en dekkleden van zilver en van keel. Helmteken : een schildje volgens schild. Schildhouders : twee griffioenen van goud genageld en getand van keel.”

    In het “Wapenboek van de Provinciën en Gemeenten van België” van Marx Servais, vinden we de omschrijving van het gemeentewapen duidelijk : “Zilveren met een band (rechterschuinbalk) van keel (in de heraldiek is keel rood), vergezeld van 10 blokken van dezelfde overtrek, drie en twee in het schildhoofd en twee en drie in de punt. Het schild bestaande uit een zilveren getraliede, met goud afgeborduurde en gekraagde helm die gedubbeld is en gehecht aan azuren stootkussen en zilver, keel helmkleed. De helmkam is een schild met de wapens van het schild; steunen zijn twee griffioenen van goud, gawapend met keel tongen.”

    (uit : “Reningelst door de eeuwen heen”  van Willy Delestrez)